Het ganse aanbod aan bloemen en planten waar de bijen op vliegen om er
stuifmeel, nectar of propolis te halen noemen we de
drachtplanten. We denken dan in de eerste plaats aan bloemen, maar voor
bijen zijn ook planten interessant die nectar afscheiden via nectariën op
het blad, of waar bladluizen de bekende honingdauw produceren.
Sommige planten scheiden ook helende of beschermende sappen af, voor de
bijen is dit de grondstof voor de propolis. Ze halen het o.a. van de
kleverige knoppen van populieren.
Elk bijenstand heeft zijn specifieke 'bijenweide' waardoor eigenlijk elke
stand een unieke honing voortbrengt met een samenstelling van bezochte
planten eigen aan de stand.
Ook de wereld der drachtplanten is een heel aparte wetenschap. Zo zal de ene
plant vooral leverancier zijn van stuifmeel, een andere dan weer
voornamelijk nectar opleveren of beide. Ook het tijdstip is belangrijk,
sommige planten produceren vooral in de voormiddag en de late
namiddag, anderen rond het middaguur.
Het weer speelt natuurlijk ook een grote rol, de meeste planten hebben zon nodig of verlangen
liefst
een zwoel weertje (heet en vochtig) maar regelmatig een regenbui is ook
nodig want een te lang aanhoudende droge periode leidt tot verdorring. Voor
veel planten is de plaats waar ze groeien belangrijk,
zo zal een linde die met zijn voeten in het water staat meer nectar
produceren dan eentje op droge grond.
Niet alle planten waar insecten op
vliegen, zijn ook geschikt voor honingbijen. Het heeft te maken met de vorm
van de bloem en de plaats van de nectariën, waar bijen niet bij kunnen
zullen b.v. hommels en vlinders met hun langere tongen wellicht wel wat aan
hebben. De meeste drachten kennen een korte bloeiperiode
en hangen dan ook volledig af van de temperatuur en zonneschijn op dat ogenblik. Zo kunnen drachten het ene
jaar succesvol zijn en het andere jaar volledig in het water vallen.
De
eigenschappen van de nectar en het stuifmeel zijn ook totaal verschillend
sommige planten produceren meer dan andere of de samenstelling is anders. De
nectarplanten leveren een honing die samengesteld is uit glucose- en
fructosesuikers, de onderlinge verhouding tussen de twee hangt af van plant
tot plant. De bijen maken ook duidelijk onderscheid wat de stuifmeeldrachten
betreft, ook de specifieke kenmerken en elementaire bestanddelen van
stuifmeel zijn verschillend.
Zo kan een goede drachtplant
soms maar matig bevlogen worden omdat er juist een rijkere dracht aanwezig
is of korter bij de stand staat, de bijen kiezen altijd de meest economische weg
(kortbij, veel, rijk).
Het ganse bijenplanten verhaal is er eentje van geven en nemen. De bijen kunnen niet
zonder de planten maar ook de planten hebben bijen en andere bestuivers
nodig om zich via vrucht of zaad te kunnen handhaven.
Ze doen er alles aan
om de bestuivers te lokken door hun kleuren en geuren.
We zitten hier in een
streek die fier is op zijn prachtige fruitbloesems in het voorjaar, maar we
staan er niet bij stil dat een goede bestuiving en vruchtzetting voor 85%
afhangt van de bijen.
Geen bijen betekent dus ook minder en/of slechter gevormde vruchten.
Het belang van
bijen en drachtplanten is hiermee duidelijk gemaakt. Op deze site loopt het
ene dan ook naadloos over in het andere. We doen ons best om zo veel
mogelijk drachtplanten te vernoemen, te fotograferen of in een gids te
verwerken, zoals we deden met de najaarsdrachten. Het is een werk van observatie
en veel geduld waar iedereen aan kan meewerken. Wie handig weet om te gaan met een digitaal fototoestel kan ons
fotomateriaal toespelen van een bij op een bloem b.v., we tonen het graag op
de site.
We hopen iedereen en in het bijzonder de gemeentebesturen en andere
instanties en organisaties
die planten kiezen voor de aanleg van plantsoenen, straatbeplanting, lanen,
tuinen en parken hiermee
te kunnen overtuigen om twee keer na te denken bij hun keuzen. Meestal wordt
er maar wat geplant, als het maar groen is.
Een juiste keuze komt ten goede van het ganse milieu, de mens in de eerste
plaats.
terug
|