BASIS
De BEE plus kast is een gedurfd
ontwerp, ontstaan uit een passie voor bijen en het willen toepassen van
de opgedane kennis uit de eigen onderzoeken van het kastklimaat,
bijensterfte en bijenbeweging. 'Gedurfd' omdat er hier duidelijk geen
marketing beleid achter zit, de gemaakte kosten kunnen immers nooit
gerecupereerd worden. Commercie is hier dan ook gelukkig nooit een
medebepalende factor geweest.
De vooraf duidelijk gestelde eisen waren :
- het gemak van
werken in de bijenkasten
- het gemakkelijk kunnen uitvoeren van najaars- en wintercontroles
- daarbij mogen de volken niet gestoord worden
- het toepassen van de besluiten uit de eigen temperatuur- en vochtstudie in
kasten
- het toepassen van de waarnemingen van bijenbeweging en dan vooral de
terugkerende haalbijen
- het toepassen van de kennis uit de veldstudie over bijensterfte
- 100% toepassing van de bijenmaat
Doordat het volledige proces van voorstudies, ontwerp, fabricage, assemblage
en financiering door dezelfde persoon kon gerealiseerd worden, bleven de
beoogde doelstellingen steeds primerend en dienden er nooit
toegevingen gedaan te worden voor afwijkende ideeën of naar een
eenvoudiger of kostenbesparender procédé voor één of ander medesponsor
of commerciëel ingesteld persoon of zaak.
Het resultaat is dan ook een uitzonderlijke kast met uitzonderlijke
eigenschappen.
De kostprijs werd zo laag mogelijk gehouden, voor de kwaliteit die je
krijgt. Soepele leveringsvoorwaarden met een bijkomende
hoeveelheidskorting moet dit nog meer tegemoet komen.
HUIDIG MATERIAAL VOOR BIJENKASTEN
Het meest gebruikte materiaal
voor bijenkasten is natuurlijk hout of samengestelde houtplaat. Er zijn
enkele uitstekende houtsoorten die zeer weerbestendig en toch niet zo zwaar
zijn zoals b.v. 'Red Cedar'.
De tendens naar een meer isolerende kast werd de laatste jaren ingezet
d.m.v. dubbelwandige houten kasten en kasten in gevormd geëxpandeerd
polystyreen (EPS). Beide materialen kennen voor- en nadelen.
Als we onze bijen een goed geïsoleerde woning willen aanbieden, zal vanuit
het standpunt der warmteverliezen het EPS het winnen van het hout. Ook het
lichte gewicht spreekt in het voordeel van EPS, net als zijn mogelijkheid om
het in elke gewenste vorm te 'gieten', zodat een sponningsysteem en
moduleerbaarheid mogelijk worden.
EPS heeft echter ook fysische kenmerken die het niet kunnen halen van het
hout, waaronder vochtregulatie doorheen de wand, schroefbaarheid,
beschadiging, aantasting door spechten, levensduur... problemen waar de huidige EPS marktkasten geen
oplossing voor bieden. Men dient daarbij, voor de vochtregulatie in de kast
bijvoorbeeld, zelfs zo ver te gaan dat men de bodems van de kasten gewoon
open laat om toch maar een uitweg te bieden aan het overtollige vocht in de
kast. Eén van de belangrijkste eigenschappen van EPS kasten, n.l.
zijn isolerend vermogen wordt daarbij volledig teniet gedaan !
KEUZE VAN HET MATERIAAL VOOR DE
BEE plus KAST
Er werd gekozen voor EPS om
zijn thermische eigenschappen, zijn vormvastheid, zijn licht gewicht, zijn
moduleerbaarheid en zijn
beperkte belasting van het milieu met daarbij zijn recycleerbaarheid.
Zijn nadelen t.o.v. hout en de gekende problemen die bestaande EPS handelskasten
vertonen werden aangepakt :
LEVENSDUUR, SCHROEFBAARHEID, BESCHADIGINGEN, VOCHTREGULATIE
Testen werden gedaan op EPS van verschillende zwaarten : 80
kg/m³, 100 kg/m³, 120 kg/m³ en 150 kg/m³
Vanaf 120 kg/m³ kan men spreken van een materiaal dat alle testen goed
doorstaat.
De keuze werd dan ook snel duidelijk : EPS
met densiteit van 120 kg/m³ (120
gr/liter)
DE VOCHTSTUDIE
Deze eigen studie nam 3 jaar in
beslag waarbij 3 stadia doorlopen werden :
- de meting van het binnenklimaat d.m.v. 15 vocht- en temperatuursensoren in verschillende kasten
van eind augustus tot eind april
- het opstellen van een wiskundig model, waarin de verschillende parameters
konden worden aangepast. Dit leidde tot enkele theoretische oplossingen die met
elkaar vergeleken werden, vooral de uitvoerbaarheid als bijenkast was
belangrijk en de omgang van de bijen met de verschillende materialen.
- het toepassen en controleren van de berekeningen in bevolkte proto-type
kasten op verschillende locaties.
TOEPASSING IN DE BEE plus KAST
Het resultaat van de studie geeft een volledig vochtvrije bijenruimte
gedurende het ganse jaar.
Dit wordt verkregen door de dampspanning die ontstaat boven in de kasten,
via een speciaal daarvoor berekend deksel met dubbele isolatielaag,
luchtkamer en alu ventilatieroosters, naar boven en naar buiten af te leiden,
zonder dat de bijen daar enige hinder van ondervinden (geen tocht, geen
warmteverlies). De koudebrug die alle kasten vertonen aan de rand
onder de dekplank werd opgevangen door het deksel overkragend te plaatsen.
De bodem kan dan gesloten blijven, waardoor deze EPS kast de eerste is die ook
werkelijk een volledig isolerende behuizing vormt voor de bijen.
De kast schept een
gunstig winterklimaat (warm en zonder vocht) waardoor de overlevingskansen
van een bijenvolk enorm stijgen. Ook de voorjaarsontwikkeling van een
volk wordt niet langer teniet gedaan door 'zwetende' kasten gedurende
koudere nachten of een terugval van temperatuur en het daarbij horende
weerstandsverlies door het warm houden van het broed en het op peil houden
van de warmte door de afkoeling van het verdampend vocht.
De BEE plus kast zal de wintersterfte minimaliseren en zorgen voor
sterkere volken op de voorjaarsdrachten.
Een recente Duitse studie toonde bovendien aan dat een droge kast in de zomer de bijen
toelaat om de honing sneller in te dikken en de raat sneller te verzegelen, dus ook
in volle drachtseizoen voordelig.
STUDIE VAN DE BEWEGING VAN DE
BIJEN
Deze studie werd op 2 vlakken
gevoerd :
WAARNEMING AAN HET VLIEGGAT
In periodes van grote dracht komen de haalbijen zwaar beladen thuis.
Opmerkelijk is dat ongeveer 34 % daarbij niet dadelijk de ingang
van de kast bereikt maar neerploft tegen de verticale wand rond de
vliegopening. Hebben ze geluk dan kunnen ze via die wand naar de opening
lopen, anderen vallen met hun vrachtje voor de kast neer en proberen
duidelijk moeizaam lopend het vlieggat te vinden of ondernemen een
nieuwe vliegpoging om het gat rechtstreeks te bereiken, bij 87 % lukt
dat, anderen doen weer een nieuwe poging. De bijen die niet dadelijk in het
gat vliegen zien we duidelijk met pompend lichaam de tijd nemen om te
recupereren, het vraagt enorm veel energie.
Een grote vliegopening en een goed gekozen, schuine landingsbaan is daarom van
het grootste belang.
Wanneer de vliegopening nat is van de ochtenddauw of na regenval, plakken
bij veel kasten steeds een aantal bijen met de vleugels ruggelings tegen het vlakke loopvlak
en sterven.
WAARNEMING IN DE KAST
We volgden de weg van de thuiskomende haalbijen naar de plaats op de
raat waar ze moeten zijn met hun vracht.
Bij vele kasten met open, afwaterende bodems en varroaroosters is het duidelijk dat
niet alle bijen daar even lang over doen.
Zij die vooraan tegen de kast belanden en met het hoofd omlaag het vlieggat
inkruipen hebben nog de grootste kans om via de binnenzijde van de voorwand van
de kast rechtstreeks naar de gewenste raat te lopen.
Omdat bij veel kasten de ramen niet rechtstreeks kunnen bereikt
worden (diepte naar het varroagaas, schuinte voor de uitwatering via het
vlieggat enz..), zijn de meeste bijen echter genoodzaakt om uit te wijken naar de zijwanden van
de kast. Ze zoeken dan hun weg via de zijwand en een zijraam naar de gewenste plaats.
Ook dit geeft onnodig tijd- en energieverlies.
TOEPASSING IN DE BEE plus KAST
Om voorgaande ongemakken op te lossen kreeg de nieuwe bodem een ruim vlieggat met grote en
voldoende schuine landingsbaan. De verticale opkant van de neus werd ook zo
minimaal mogelijk gehouden en onder de neus kan een bijkomende landingsplank
geklemd worden voor wie dat wenst. De bodem kreeg ook vaste 'loopbruggen' op
bijenafstand onder de ramen, waardoor de thuiskomende bijen snel en rechtstreeks naar alle ramen kunnen, zonder omweg. Dit zal een belangrijke
energiewinst voor de haalbijen opleveren, ze verliezen veel minder tijd met
landen en opbergen, waardoor ze meer buiten de kast kunnen zijn en ook meer zullen
binnen brengen. Het is nog te vroeg om hier een cijfer op te kunnen plakken.
De loopbruggen werden zodanig geplaatst dat ze het varroarooster vrij houden
voor mijtentellingen en het verder bouwen onder de raampjes volledig
opvangen.
BIJENRUIMTE
Langstroth leerde ons reeds lang geleden de bijenmaat 5-8 mm, maar veel kasten zondigen nog
steeds op verschillende plaatsen hiertegen.
We zien overal nog te veel vastgebouwde kasten of kastdelen, raampjes,
moerroosters, dekplaten, voederkamers, ook geplette
bijen...
Respect voor deze bijenmaat was één van de belangrijkste punten bij het
ontwerp van de nieuwe kast, overal moest en zou worden rekening gehouden met de bijenmaat !
De BEE plus kast kiest dan ook voor bijenruimte aan de bovenzijde van de rompen, alsook aan de opleg
van de ramen, overal kunnen de bijen omheen.
Het bekend probleem van het tijdelijke moerrooster werd opgevangen door een
eigen nieuw ontworpen moerrooster in EPS. Er werd een combinatiekader van
gemaakt dat ook dienst kan doen als bijenuitlaat en plaat met voederopening.
We kunnen hier voor het eerst spreken van een kast die voor 100% de
bijenruimte naleeft.
GEMAKKELIJK VOOR DE IMKER
- een imker zeult wat af met
kasten en rompen tijdens een bijenseizoen, het belang van EPS als licht
materiaal was daarom meebepalend voor de keuze van het kastmateriaal.
- het moeten loswringen van kastdelen
die aan elkaar vast worden gebouwd, het gebruik van allerhande hulpijzers om de
ramen uit te lichten, het pletten van de bijen... De BEE plus kast geeft de oplossing
door overal bijenruimte te voorzien, ze wordt zo veel minder beschadigd
en gaat langer mee. Raampjes kunnen veelal met de hand uitgelicht en
teruggeplaatst worden.
- het afnemen van de gevulde honingkamer kan nu gemakkelijk gebeuren zonder het eerst loswringen van het vastgeplakt moerrooster
op of onder ramen. De BEE plus kast heeft een multikader waarbij het moerrooster gewoon
kan vervangen worden door de bijenuitlaat. Na afname zet men er gewoon het
moerrooster terug in.
- de BEE-plus kast kreeg een hoog deksel om rechtstreeks op de afdekplaat (wel eerst een
gaatje erdoor maken) te prikkelen, suikerdeeg of noodvoeding te verschaffen.
Om doorbuiging van de afdekplaat te voorkomen moet, voor
de inwintering of grote voederbeurten, het multikader met het
voederbord onder het deksel geplaatst worden.
De 88 mm ruimte die zo onder het deksel ontstaat laat toe alle gemakkelijk te reinigen pvc voerbakjes uit de handel
te gebruiken. Er dient geen extra honingkamer bij de hand gehouden te worden
of logge voederkamers te worden gebruikt met voeding voor dagen. Alles gebeurt onder het deksel.
- de BEE plus kast is voorzien van een werkopening aan de achterzijde
van de bodem, die toegang geeft tot 2 laden. Hierdoor kan de stand van
een volk gedurende het najaar en de winter gemakkelijk gevolgd worden,
zonder het volk hierbij te storen. Het dubbel ladensysteem laat toe continu de mul, de mijtenval en
de bijensterfte in de gaten te houden.
Het
varroarooster werd niet vast in de bodem, maar op een uitneembare lade
gemonteerd, die uit de kast kan gehaald
worden om ruimte te scheppen op de onderste, dichte lade, voor een
varroabehandeling of voor het bijvoederen van het volk langs onder. Voor geen enkele van deze handelingen moet het volk nog langs
boven gestoord worden. Bij erg warm weer in de zomer of bij verhuis, kan de
onderste lade worden uitgetrokken zodat het volk niet 'warm loopt'.
- de BEE-plus broed- en honingkamers zijn voorzien van inox kamijzers met
bijenruimte, afschuining en vlak rustpunt voor het gemakkelijk 'parkeren'
van de
raampjes. Inox wordt niet aangestast door eventuele zuurbehandelingen. Voor
wie dat wenst zijn er ook kamijzers voor 10 ramen (honingkamers) te krijgen.
Broed- en honingkamers kregen uitwendige handgrepen aan de zijkanten. Geen
inwendige handgrepen en dus geen zwakke koudebruggen meer
en ook de spechten zijn hun voorkeurplaatsen kwijt waar ze graag gaten
maken.
De imker kan in deze kasten zijn eigen ramen gebruiken. Maar omdat in de
handel elk jaar heel wat slechte aanpassingen worden gedaan aan raampjes om
concurrentieel te blijven, werden ook eigen raampjes ontworpen die eventueel
mee besteld zullen kunnen worden. Ze werden ontworpen zoals een raam hoort
te zijn, met sterke toplat, voldoende draden getrokken in oogjes en met versmalling van de raambreedte
bij de opleg, die een ruimte schept om de raampjes met de vingers uit te lichten, zonder
hulp van enig werktuig. De raampjes zijn ook steeds voorzien van
afstandsnagels in de beide richtingen.
- een muizenwering in EPS kan na de inwintering in de vliegopening worden
geschoven. Door het balkje te keren kan gekozen worden tussen 2 openingen : 300x6 mm of 50x6 mm.
- voor het verplaatsen van BEE plus kasten werden zowel in deksel als in bodem
uitsparingen voorzien waarin de draagriemen kunnen lopen. De overkraging van
het deksel, de uitsprong van de handvaten en het sluitblok van de bodemladen
werden allen op dezelfde dikte genomen voor het beter tegen elkaar
aansluiten van de kasten bij het gezamelijk vervoeren.
Via deze site kan elk toekomstig gebruiker van een BEE plus kast,
vragen stellen, opmerkingen formuleren of zelfs ongemakken melden of
verbeteringen voorstellen. Er zal altijd oor voor zijn en gezamelijk kan de
kast er alleen nog maar beter van worden.
De eerste BEE plus kast die ontwikkeld werd is de DB plus
kast voor Dadant Blatt ramen. Het was de bedoeling om daarna ook een SIM plus
kast voor Simplex ramen te maken als daar genoeg interesse voor was, maar na
bijna een jaar peilen bleek daar geen interesse voor te bestaan, daar wordt
dus van af gezien.
Verschillende toepassingen voor de DB-plus kast worden nog verder
ontwikkeld.
IEDEREEN SUCCES GEWENST BIJ HET GEBRUIK VAN DEZE KAST.
terug
|