|
De
honingkamers worden geïnspecteerd en elk raam waarvan minstens 75%
van de cellen verzegeld zijn worden meegenomen.
|
|
Uit
alle kasten worden deze ramen verzameld, goed afgesloten want de
bijen lusten er ook van.
Als alle kasten doorlopen zijn worden de honingramen naar het
slingerlokaal gebracht.
|
|
Hier
worden de honingcellen eerst, met behulp van een ontzegelvork, van
hun wasdekseltjes ontdaan.
|
|
De
ontzegelde ramen worden in de honingslinger geplaatst waar de honing
door de ronddraaiende beweging uit de cellen wordt geslingerd. Tegen
de wanden loopt hij dan naar de bodem.
|
|
Via
de uitloop loopt de honing dan door een grove en daaronder door een
fijne zeef in de honingemmer.
|
Deze
emmers worden dan overgegoten in roestvrij stalen rijpers. Ook hier gaat de
honing eerst doorheen een ultrafijne zeef die de laatste wasrestjes
tegen houdt.
De honing mag nu 'rijpen' , de allerfijnste zwevende deeltjes (o.a. pollen)
komen nu boven drijven en dit laagje wordt dan aan de oppervlak afgeschept.
Na enige dagen is de honing volledig zuiver en wordt dan afgevuld in potjes
van 250 en 500 gram en de potjes worden van een etiket voorzien. In goede
honingjaren worden ook honingemmers gevuld voor de bereiding van mede,
likeur of recepten.
De bewaring gebeurt in een koele donkere ruimte.
Als de honing zuiver is, zonder toevoegingen zal hij na enige tijd gaan kristalliseren.
Bij de ene honing gebeurt dat snel (koolzaad, heide...), bij enkele andere
verloopt dat trager (acacia), dit hangt weer af van de
bloemen waarop de bijen hebben gevlogen en de samenstelling van de nectar.
De kwaliteit van de honing gaat niet
achteruit als hij kristalliseert, als je vloeibare honing verkiest kan je
acaciahoning gebruiken die laat kristaliseert of de gekristaliseerde honing
lichtjes (<45°) opwarmen 'au bain marie' (potje in warm water zetten).
terug
|