Wie, wat, waar ?
Stijn & Marc
Imkers
Marc & Stijn
Of pa en zoon en daarmee al 2 generaties bijenhouders samen, opvolging
dus al verzekerd.
Marc oefent het bijenhouden uit naast zijn zelfstandige bezigheid in
studiebureel bouw
Hij kwam erin terecht door zijn grote liefde voor de natuur, het
plantenleven en alles wat kruipt en vliegt.
De boekskes, het internet, de opgedane ervaring maar vooral de honger
naar waarneming als wetenschapper om
te willen weten waarom de bijen doen wat ze doen, maakten van hem de
imker die hij nu is.
De verschillende onderzoeken naar o.a. de bijensterfte, bijenbeweging, vocht in kasten en
het ontwerp en de ontwikkeling van de beste bijenkast, zijn daar het logische gevolg van.
De honger naar verder onderzoek blijft en richt zich nu vooral naar
verbeteringen van de koninginnenkweek, imkertechnieken, methodes voor
een duurzame varroabeheersing...
Voor Stijn, betekent het een prachtige ontspanning
tussendoor en dan vooral in zijn schaarse vrije dagen want als jong ingenieur
is zijn vrije tijd ook beperkt. Zoals het elke 'jongeling' past luistert hij
naar de uitleg van pa maar met een half oor. Hij volgde de
imkercursussen bij de Vlaamse imkerbond, een 'gediplomeerd'
imker dus.
Werken in de bijen wordt zoveel mogelijk samen gedaan. Mogelijke
problemen worden steeds samen besproken en opgelost. Het verruimt alleen
maar de bijenkennis van beiden en de band tussen pa en zoon, ja, die kan
niet meer stuk.
Rukkelingen-Loon
Een prachtig dorpje met
een 400-tal inwoners dat één geheel vormt met buurdorp Mechelen-Bovelingen en daarom
ook samen 'Bovelingen' genoemd wordt. Gelegen in het uiterste zuiden van
de provincie Limburg (B) en in het centrum van het vruchtbare Haspengouw,
land van akkers, weiden, bossen en vooral veel fruit.
Het
dorp maakt deel uit van de fusiegemeente Heers. De verschillende
natuurlijke biotopen met de bijhorende flora alsook de gecultiveerde
akkers en fruitplantages en een massa aangelegde tuintjes, maken het een
ideaal drachtgebied voor bijen en dat laat zich proeven.
Alhoewel het Algemeen Nederlands volledig is ingeburgerd, is men er nog
fier op zijn eigen dialect dat nogal afwijkt van de rest van Limburg en
omstreken,
enkele unieke pareltjes wil ik u niet onthouden :
ik : ich
jij/je : djie/dje
hij/zij : hieë/zije
wij : vieë/vielis
jullie : djilles/oeglis
1 : een
2 : twie
3 : drei
4 : vier
5 : vijf
6 : zees
7 : zeven
8 : aach
9 : nege
10 : teen
worden : wjane
waarom : moeveur
daarom : doeveur
dat is : das
wat is dat : wasda
eten : jette
lepel : leuper
vork : verkeet
mes : mèës
boter : botter
hesp : heeps
kaas : kjeis
vis : vees
tuin : weneuf/wermestof
ui : djauën
sla : slauët
bonen : boene
perzik : pjatsel
kers : kiaas
peer : pjer
rode aalbes : rooi kroezels
paddestoel : foens
aardbei : jazebier
biet : rebiaat
vlier : heulentiëir
leeuwebekjes : goupmeulkes
boom, bomen : bom, beum
struik, struiken : stroek, struk
spade : scheup
hark : gritsel
koe, koeien : kouw, kui
jonge koe : vjaas
jonge stier : veir
paard : piaad
biggetje : kurre
vlinder : piepel
mus : meus
mees : kjeismeus
grasmus : grauësmeus
specht : spech / henno
het voornaamste : het princepolste, veurnomste
stoep, pad : skallei
werkjas : caspesière
gebreide vest : cazecain
hemd : humme
sok : veutsel
sneeuw : snow
geveins : makrallerij
koude oosterwind (winter) : beis
dat hangt er van af : das navenant
lucifers : kretskes, stekskes
schuif-af : reddelberg
schommel : zwok
verzenden : schikken
wenen : tjoenke / grinse
veinzerij : makrallerij
...
Dje begrep : eu deurp veur gek op te wjane en te blijve
